- Dit evenement is voorbij.
Workshop Natuurlijke Oevers
10/09/2022 @ 10:00 – 19:00
Op vrijwillige basis dragen veel tuinders bij aan het verbeteren van de biodiversiteit in Amsterdam. Door verstandige keuzes te maken, gebruik bijvoorbeeld geen potgrond maar tuinaarde met compost. Gebruik geen leidingwater voor de tuin. Laat eens een paar brandnetels staan. Maai en snoei terughoudend. Hiermee kan je een groot verschil maken. Verhoging van de natuurwaarde in de tuinparken is iets waar we met een steeds grotere groep, graag mee bezig zijn. Zo hebben we, een werkgroep die zich bezig houdt met de waterkwaliteit en de natuurlijke oevers. Deze zomer organiseren we twee workshops, over dit onderwerp.
De eerste bijeenkomst is op zaterdag 09 juli. Deze middag leren we, bijvoorbeeld wat is een goede natuurlijke oever? Wat is een plasdraszone of wat is een wadi? We gaan een paar voorbeelden bekijken. Als er nog tijd over is, maken we een plan van aanpak voor de aanleg van een natuurlijke oever. De tweede bijeenkomst op zaterdag 10 september zal bestaan uit het realiseren van een een stukje plasdraszone in de stinzentuin. We krijgen praktische tips. Aquatisch ecoloog en watersysteemdeskundige Kirsten Vendrig gaat de workshop geven.
De workshops zijn gratis, er is plaats voor maximaal 10 personen. Wanneer je, je opgeeft voor de workshop wordt er verwacht dat je er beide dagen aanwezig bent. En dat je, je actief inzet om de opgedane kennis en schoonheid, van de natuurlijke oever te delen. Aspirantleden, buurtbewoners zijn ook van harte welkom. Wil je meer informatie over deze workshops, neem contact op met Iris Poels 06-41255361
Aanmelden voor 1 juli via [email protected]
Dit project wordt (mede) mogelijk gemaakt door het Betrekken bij Groen Fonds van de Provincie Noord-Holland
| Verslag – Zaterdag 09 juli |
| Workshop Natuurlijke Oevers |
| Om de waterkwaliteit te verbeteren en daarmee de biodiversiteit, is er een workshop georganiseerd voor buurtbewoners, tuinders van Sloterdijkermeer en Nut en Genoegen. Voor het organiseren van deze workshop is een subsidie beschikbaar gesteld door het Groen Fonds van de Provincie Noord-Holland. In twee middagen leren we, hoe we een begin kunnen maken om de oevers op een verantwoorde manier te verduurzamen en klaar te maken voor de komende 20 jaar. Voor de eerste bijeenkomst is Kirsten Vendrig, ecoloog bij Waternet, naar ons toegekomen om uit te leggen dat de manier waarop we de oevers van onze sloten en vijvers inrichten belangrijk is voor het vergroten van de biodiversiteit. Het mooie daarbij is, dat alle kleine beetjes helpen. Dus als stukken sloot met een klassieke oever in harde beschoeiing worden afgewisseld door stukken bij de buren met een glooiende oever is dat meteen al een verbetering. Bij het beheer van oppervlaktewater grijpt eigenlijk alles in elkaar: geschikte beplanting houdt de oever vast en lokt water- en oeverdieren. Als die dieren er zijn, komen er ook weer planten bij en zo ontstaat een gevarieerde biotoop. Kirsten vertelt dat ook de visie van Waternet hierover in de afgelopen jaren behoorlijk is veranderd. Dat geldt niet alleen voor tuinparken maar bijvoorbeeld ook voor het weidegebied in landelijk Noord. Vroeger werd gedacht dat een flinke doorstroming belangrijk was voor de waterkwaliteit, daar denken deskundigen nu anders over. We moeten in Nederland het water niet meer zo snel mogelijk afvoeren naar zee, het is beter als we het in de grond en sloten opslaan zodat er reserve is om in perioden van droogte het gewas te kunnen laten groeien. Bovendien is het voor de natuur beter als er zogeheten gebiedseigen water in de sloten zit. Dus liever niet te veel doorstroming. Een kale oever is monotoon en heeft nauwelijks begroeiing. Het water gaat er snel langs en voor veel diertjes is er geen mogelijkheid zich te handhaven. Waterkwaliteit Het is voor de waterkwaliteit beter als er (inheemse) drijfbladplanten zijn, dat geeft dieren wat beschutting. Als de hele sloot met kroos bedekt is, is het donker onder water. Dat maakt leven op de bodem van de sloot onmogelijk en vissen houden er ook niet van. Het beste voor de sloot is het als er verschillende soorten planten zijn: drijfbladplanten (zoals gele plomp, waterlelies, kikkerbeet), bodemplanten (zoals waterpest, hoornblad, fonteinkruid en waterranonkel) en oeverplanten (zoals dotterbloem, egelskop, valeriaan, waterweegbree, kalmoes, lisdodden, gele lis, kattenstaart, wilgenroosjes en ook zegge). Om die planten aan de oever van de sloten en de vijvers te krijgen en te houden, is het nodig om een glooiende oever aan te leggen, die onder de waterlijn doorloopt. Dat is nogal een verschil met de abrupte beschoeiing die we van oudsher gewend zijn. Het betekent dat je een deel van je tuin in slootoever verandert als je een natuurlijke oever aanlegt. Tijdens de eerste workshop zijn we na de uitleg van Kirsten een paar oevers gaan bekijken om te zien wat de mogelijkheden zijn, waar het goed gaat en wat juist niet zo goed gaat. De volgende keer gaan we de handen uit de mouwen steken en gaan de deelnemers samen een stukje natuurlijke oever aanleggen. Hoe het precies zal gaan, weet ik nog niet, we worden vast heel erg vies die middag! Coordinator Stinzentuin Femke Meijer, Nut en Genoegen – tuin 292 |
